Jan van den Abbeel

Jan van den Abbeel werd geboren in 1943 te Denderbelle en overleed in 2018 te Gent. Als zestienjarige begon van den Abbeel al te studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (K.A.S.K.) in Gent. Hij behaalde er zijn diploma in Sierkunsten en zou er later docent grafische vormgeving worden.

Omstreeks 1965 maakt Jan van den Abbeel zich los van de figuratie en evolueert hij naar het neconstructivisme. Zelf zag hij zich eerder als een plastische kunstproducent dan als kunstenaar. Van den Abbeel vond, net zoals zijn collega-neoconstructivisten, dat kunst berekenbaar moest zijn. Een ontwerp legde vast hoe het begin en het einde van een kunstwerk er zou uitzien. De werken van van den Abbeel zijn dan ook erg doordacht, ondanks het feit dat ze soms nogal aggressief overkomen. De gouaches en schilderijen van van den Abbeel veroorzaken als het ware een visuele schok, enerzijds door het optische effect van de driedimensionaliteit, anderzijds door de contrasterende, felle kleuren. Hoe dan ook ligt een raster van 36 balken aan de basis van van den Abbeels werk, aangezien dit aantal voor perfecte composities kan zorgen volgens de theorie van Max Bill, een Zwitsers architect en kunstenaar. Van den Abbeel maakte echter verschillende reizen naar het verre Oosten, die ook hun impact zouden hebben op zijn kunstenaarsloopbaan. Niet alleen zorgden deze reizen naar Azië ervoor dat van den Abbeel meer en meer met cirkels ging werken, aangezien dit belangrijke vormen zijn in bijvoorbeeld de Indonesische cultuur, maar deze reizen zorgden er ook voor dat van den Abbeel zich ging toeleggen op de fotografie. Vanaf de jaren 1980 spitste hij zich meer toe op de naaktfotografie dan op de neoconstructivistische schilderijen. Toch blijft zijn fascinatie en obsessie voor het geometrische aanwezig en dus ook zichtbaar in zijn kunstfoto's. Hij streefde met zijn fotografie naar eenzelfde evenwicht in de vormopbouw. Het medium is dan wel veranderd, van den Abbeel wil met zijn kunst duidelijk nog steeds geometrie uitdrukken. Ook in zijn foto's is er sprake van kleurcontrast, door handig gebruik te maken van licht en schaduw. Van den Abbeels fotografische kunst is dus duidelijk een voortzetting van zijn plastisch werk, waarmee hij alles een plaats wil geven en alles wil structureren.

In 1966 richtte hij samen met Willy Plompen en Yves De Smet de Plus-groep op. Zij hadden het als hun doel opgevat om schilderkunst te verheffen tot een multisensorische ervaring, tot totaalkunst. Om dat doel te bekomen, is de relatie alsook integratie van het werk met de leefruimte cruciaal. Plus was maar een kort leven beschoren, en viel al uit elkaar in 1968. In 1969 richtten Yves De Smet en Willy Plompen Plus-Kern op, waarvan Amédée Cortier ook deel uitmaakte, maar in datzelfde jaar brak Jan van den Abbeel definitief met De Smet en Plompen.

Jan van den Abbeel kreeg diverse onderscheidingen, waaronder de Prijs van de Jonge Belgische Schilderkunst in 1969.

Het werk van van den Abbeel bevindt zich in verschillende grote collecties, waaronder die van het S.M.A.K. in Gent, Mu.Zee in Oostende en in het Museum Dhondt-Dhaenens.

AP'ART stelde zowel het plastische als fotografische werk van Jan van den Abbeel tentoon. Van 9 november 2014 tot 7 december 2014 liep de tentoonstelling "Ontmoeting tussen Marcel Mariën en Jan van den Abbeel in de fotografie." Het plastische werk stelden we een eerste keer tentoon in de tentoonstelling "The Early Years" van 18 september 2016 tot 10 oktober 2016, samen met het vroege werk van Gaston De Mey, en een tweede keer in de grotere tentoonstelling "Lijnen" van 24 september 2017 tot 22 oktober 2017.


Terug naar overzicht

Collection